We hadden hier op het seminarie, in de eerste week van mei, een interessante cursus met als titel 'Elementen van de Cultus', gegeven door Norbert Schaaf, een priester binnen onze gemeenschap. Vele zaken werden besproken, want het cultureel en geestelijk gegeven 'Cultus' bevat natuurlijk oneindig veel onderdelen. Eén iets wilde ik met jullie delen. Dhr. Schaaf gebruikte 50 afbeeldingen van de Christus om de evolutie te tonen, in hoe mensen naar God kijken.
Hij gebruikte eerst figuren en afbeeldingen van voor-christelijke figuren die ook verwijzen naar de Zonne-God, want de figuur van Christus, als zoon van God, is natuurlijk een directe verwijzing naar de vele uitingen van de Zonne-God in zovele cultuuruitingen. Of verwijzen zij reeds naar de komende Christus? Hoe het ook zij - we zien in deze beelden geen realisme maar een pre-christelijk abstrahisme
In de voorchristelijke uitingen zien we een Oerbeeld van het Goddelijke. Heel veel wordt gebruik gemaakt van symbolen. De vormen proberen de grootsheid van God weer te geven, het absolute, het machtige. Het 'Zo is Het'. God is één, God is Alles.
In het christendom ontstaat het verlangen om de Christus steeds realistischer weer te geven. Maar zonder, in eerste instantie, het Goddelijk aspect te vergeten. Christus was God (vandaar de Aura rond het hoofd van Christus) én mens (vandaar de realistische weergave van de Jezus-gestalte). We krijgen, in essentie, een duaal beeld van de Christus te zien: 'de God' - 'de mens'.
Bij Da Vinci zijn we weer een stap verder gekomen in de 'vermenselijking' van de Christus. Christus wordt steeds realistischer, mooier, moralischer voorgesteld. Christus is goed, je kunt zijn voorbeeld volgen. Hij is een ideaal geworden. Christus zegt: 'Ik ben Het'.
Deze afbeelding is de typische manier om de Christus voor te stellen rond 1900 AD. Christus als het 'Heilig Hart'. Een eindpunt in de evolutie van de voorstelling van de Christus is bereikt. Van het goddelijke 'Oerbeeld' van de voor-Christelijke tijden zijn we gekomen tot een 'Afbeelding'.
Maar hoe kunnen we na de eerste wereldoorlog de Christus nog voorstellen als mens? Dit is één van de antwoorden van een kunstenaar die vocht aan het front, na het be-eindigen van de Grote Oorlog. 'Ist euch nicht Kristus erschienen'. Christus is geen esthetisch mooie figuur meer. Maar symbolisch krijgen we wel terug de goddelijke Aura te zien! Christus lijdt waar de mens lijdt.
Dit was het ontwerp voor 'de christus' van Rudolf Steiner voor het blauwe venster voor het eerste Goetheanum. Dit ging iets te ver voor de eerste Antroposofen, maar we zien een nieuwe vrijheid. Opnieuw worden vormen belangrijk. De mens moet een nieuwe inspanning doen om het beeld te 'be-grijpen'. Een openheid onstaat. De Betekenis zit in het nabeeld dat ontstaat wanneer je je ogen sluit.
Paul Clee, 1922. In de verbinding tussen de vrije lijnen zien we toch een nieuwe Christus ontstaan die ons welwillend aankijkt: 'Wie zeg jij dat ik ben?'. Deze vrijheid is 'de Geest' - van een dualiteit komen we in een triniteit terecht.
Rudolf Steiner, de mensheidsrepresentant.
Dit beeld staat in het Goetheanum in Dornach, Zwitserland. Deze week (20 tot 26 mei) bezochten we als groep het Goetheanum. We hadden de eer een uur alleen te mogen doorbrengen bij dit machtige beeld.
Voorgesteld zijn Christus - als mensheidsrepresentant, Ahriman en Lucifer. En helemaal links bovenaan - voorgesteld als elementarisch wezen - die alles overschouwt - voor mij het symbool van onze keuzevrijheid : De wereldhumor...
Raad eens welke postkaart ik kocht...
Comments